Het menselijke armmodel simuleert de spieren en beweging van een echte menselijke arm. Studenten trekken het snoer aan met een krachtsensor om de armbeweging te activeren. Veranderingen in positie worden gemeten op de schouder en elleboog met behulp van de twee ingebouwde potentiometers en de meegeleverde hoeksensor (PS-2139). Uit deze informatie kan het koppel dat wordt toegepast bij het tillen van een object kan worden bepaald. Studenten kunnen ook het werk van de arm evalueren bij het gooien van een bal en de resulterende kinetische energie die aan de bal wordt geleverd.

De arm kan vele soorten bewegingen uitvoeren, zoals het uitbreiden en optillen een bal overhands. Verschillende armspieren worden geactiveerd, afhankelijk van welke katrollen zijn geselecteerd. Statische krachtmetingen kunnen ook worden uitgevoerd om te zien hoe de spierspanning op verschillende armposities verandert.

ontwikkeld in samenwerking met Nancy Beverly, universitair hoofddocent natuurkunde aan Mercy College, Dobbs Ferry, New York.

Deze tekst is automatisch vertaald en bevat mogelijk nog fouten.